Vanaf februari 2013 is Dick Tiemens onze vaste columnist.
onthulling nieuwe wijkklok
NIEMAND WEET HOE LAAT HET IS
herintroductie klok Hoogkamp / Gulden Bodem / Sterrenberg
3 september 2021
Of ik even tijd had, vroeg buurman Bob Kobessen. Een lang gekoesterde wijkwens gaat in vervulling. De verloren gegane wijkklok is weer terug. Op het kruispunt van onze drie wijken. En bij de onthulling van die klok hoort een toespraak. Of ik daar tijd voor had en natuurlijk heb ik dat. Want over een klok valt al veel te vertellen, maar over de tijd die hij aangeeft raak je niet uitgepraat. Een klok geeft de tijd aan. Omdat de tijd een periode beslaat van eeuwig terug - via het nu - naar eeuwig heen, kwam Albert Einstein tot de relativerende conclusie dat de tijd - zoals wij mensen die beleven - helemaal niet bestaat. Een uur, een dag en een jaar zijn namelijk helemaal niets op de schaal van de eeuwigheid en de oneindigheid.
Het verstrijken van de tijd leidt vaak tot nostalgische gevoelens.
Hier heb ik nog een ansichtkaart, zong Wim Sonneveld in ‘het dorp van mijn vader’.
‘Ik was een kind hoe kon ik weten dat dat voorgoed voorbij zou gaan’.
‘Samen op de fiets’ zong Paul van Vliet. ‘Ik weet nog hoe het rook, ik weet nog hoe het was, mijn wang tegen zijn jas. Samen op de fiets en ik wist nog van niets’.
Rob de Nijs: ‘met een gat in je kop en een broek vol met scheuren, maar moeder was thuis dus wat kon je gebeuren’. Terugverlangen naar vroeger, terug naar hoe het was, een diep doorvoelde menselijke emotie. Dit is ook een nostalgische bijeenkomst. Aan deze trolleypaal hing ooit een grote klok en iedereen vond dat die weer terug moest komen.
Ook vandaag de dag kun je melancholiek zijn. Agnetha van ABBA zingt in ‘slipping through my fingers’ over haar dochter. ’Schoolbag in hand she leaves home in the early morning, waving goodbye with an absent minded smile. Ik zie haar gaan met dat bekende gevoel van droefheid en I have to sit down for a while’. Het gevoel dat de kostbare tijd je door de vingers glipt, dat je nog meer zou moeten genieten, zeker ook nu in deze verwarrende coronatijd.
Ons idee van tijd wordt bepaald door het toevallige gegeven dat wij als aarde in een dag om onze as draaien en in 365 dagen om de zon. Onze maan bijvoorbeeld cirkelt in een maand om de aarde en draait in die periode precies eenmaal om z’n as, zodat wij zijn achterkant nimmer te zien krijgen. In ‘The dark side of the moon’ zingt Pink Floyd in het nummer ‘Time’ over een man die tien jaar van zijn leven maar wat aanlummelt en dan hevig geschrokken probeert die tijd in te halen. Hij had het startschot gemist en was nooit aan het echte leven begonnen.
Kortom, de tijd is aanleiding tot talloze filosofische- en godsdienstige beschouwingen.
Niet voor niets zijn kerktorens altijd voorzien van een klok. De mens kijkt hoe laat het is en wordt via de toren in één moeite doorverwezen naar de Almachtige. De klok staat voor het tijdelijke, de toren voor het eeuwige. ‘Alles heeft zijn tijd’ zegt de Bijbelse filosoof Prediker.
Na onze filosofische- en gratis ruimtesprong dan nu weer met beide beentjes op de grond.
In de ‘kracht van het nu’ bepaalt Eckhart Tolle ons tot het moment waarop wij leven, het nu. Maak niet alleen foto’s voor later, maar geniet vooral nu van wat het leven te bieden heeft.
‘Niemand weet hoe laat het is’ zingt Youp van’t Hek. Niemand weet hoever hij gevorderd is op de route van de wieg naar het graf. Ook Youp bepaalt ons tot het nu. En in ‘de klok’ zingt hij ‘de klok niet heen of terug, maar stil’.
Als je iets doms hebt gedaan zou je de klok graag terug willen draaien.
Als je langdurig herstelt van een ernstige ziekte zou je de klok het liefst vooruit willen zetten.
En als je gelukkig bent zou je de klok wel stil willen zetten.
Maar we leven allemaal in het nu.
En bij dat nu is een klok onmisbaar.
Als we binnenkort naar de klok kijken zullen we óf te laat zijn, óf op tijd, óf te vroeg.
Bij te laat zijn we gestrest, bij te vroeg zijn we relaxt, bij op tijd er tussenin.
Kijk in tijdnood even vluchtig naar de klok, haast u en concentreer u op de taken die voor u liggen. Maar heeft u geen haast bedank de klok dan even voor zijn besef van tijd.
Neem vooral de tijd om in het nu volop van het leven te genieten!
Mis het startschot niet!
En laat de tijd u niet door de vingers glippen!
Want niemand weet hoe laat het is……..
Kersttoespraak 2022
DAN WIL IK WEL DAT JE JE MUTS OP DOET
Kerstzingen Penseelstreek 23 december 2022
Overdenking door ‘emeritus kapelaan’ Dick Tiemens,
Geliefde gelovigen en ongelovigen,
Door omstandigheden hebben mijn huishoudster en ik de zorg op ons genomen van een nichtje. Voorlezen vindt zij het mooiste dat er is. En zo heb ik een omvangrijke bibliotheek opgebouwd. “Boer Boris”, “Kikker en zijn vriendjes” en uiteraard ook alle delen van “Nijntje” van Dick Bruna, de boeken waar alles mee begon. Zo in december dwalen mijn gedachten vaak af naar het Kerstzingen in onze wijk. Ik stel mij dan geheel en al open voor de nieuwjaarsboodschap. Welke overweging zal de Almachtige u en mij meegeven voor het komende jaar. Even speelde ik met de gedachte om de toespraak te delegeren aan dominee Gremdaat, maar die wees dat resoluut van de hand. “Jij bent aan de beurt” sprak hij. “Houd het luchtig, maar laat dat vooral niet ten koste gaan van de diepgang”.
Geliefde wijkgenoten,
Wat zouden we hier heerlijk ontspannen bijeen zijn zonder die verontrustende oorlog in Oekraïne. Oorlog en vluchtelingen, opwarming, woningnood en armoede verduisteren het zicht op de schoonheid van het leven. Het licht van Kerstmis is nodiger dan ooit. Om in 2023 ondanks alle zorgen gelukkig te zijn zullen we onszelf op de een of andere manier in bescherming moeten nemen. In die gemoedstoestand las ik ons nichtje voor, ook in deze decembermaand. Als laatste verhaaltje kiest zij altijd “Nijntje vliegt”, altijd “Nijntje vliegt”, nooit iets anders. Mijn nichtje en ik kennen de achtenveertig dichtregels van dat boek al lang uit het hoofd. Regels, die me nooit bijzonder waren opgevallen. Tot een week geleden. In een moment van genade vielen me de schellen van de ogen. En dat moment wil ik graag met u delen.
“Nijntje vliegt” kent een verborgen diepgang, precies wat we hier en nu tijdens dit traditionele Kerstzingen nodig hebben. Het verhaal zelf acht ik in grote lijnen bekend. Nijntje zit voor haar hol te spelen in het gras en daar landt plots oom vliegenier. Hij vraagt aan Nijn of ze zin heeft in een vliegtochtje. Nijn wil dat reuze graag, maar zegt dan “ik denk wel dat het beter is dat ik het even vraag”. Daar kunnen we meteen al verder mee. Ga niet alleen af op je eigen gedachten. Wellicht zie je iets over het hoofd en raak je de weg kwijt in een groter geheel. Deel je zorgen en twijfels met een ander, een second opinion, in dit geval moeder Pluis.
Moeder had natuurlijk kunnen zeggen “geen sprake van Nijn”, maar op haar beurt overweegt moeder dat het goed is om zo af en toe eens afstand te nemen, ook letterlijk en ook voor haar kind. Om de dingen in hun ware proporties te zien. In een eerdere kersttoespraak hield ik u al eens voor “Laat het los, laat het gaan”. Eenmaal opgestegen zal Nijn zeggen “ik zie de grassprietjes niet meer” en “wat is moeder klein”. Afstand relativeert zelfs ouderlijk gezag.
De tweede belangrijke gedachte is dus om tijdig te relativeren.
Creëer ruimte in je hoofd, ruim voordat je overweldigd wordt door de problematiek van alledag.
De derde belangrijke gedachte komt ook van moeder Pluis. Moeder vertrouwt haar dochter toe aan haar broer de vliegenier, maar dan alleen op de volgende voorwaarde “maar luister Nijn, dan wil ik wel dat je je muts op doet”. Bescherm jezelf, wil moeder Pluis daarmee zeggen, neem de nodige voorzorgmaatregelen. Geniet van het leven, maar houd
jezelf ook een beetje uit de wind en verlies de behoedzaamheid niet uit het oog.
‘NIJNTJE VLIEGT’ reikt ons aldus drie waardevolle gedachten aan voor het komend jaar.
- Vaar niet louter op eigen kompas. Laat anderen toe bij je gedachten en overwegingen, deel je vreugde, zorgen en twijfels. Gedeelde smart is halve smart en gedeelde vreugd is dubbele vreugd.
- Relativeer en neem op tijd afstand, creëer ruimte in je hoofd, “laat het los, laat het gaan”.
- Leef je leven, geniet van het mooie en het goede, maar wees behoedzaam
en neem jezelf in bescherming.
Ook wereldleiders zouden deze DRIE GEBODEN ter harte moeten nemen, mondiale uitrol ervan verdient aanbeveling. Laten wij hier alvast oefenen met het derde gebod, het lichamelijk- en geestelijk opzetten van je muts. En om dat goed tussen de oren te krijgen antwoordt u allen met……”DAT JE JE MUTS OP DOET". Als voorbeeld willekeurig een drietal dagelijkse kwesties:
- Uw dochter wil een jaar gaan backpacken in Nieuw Zeeland. Ok, maar dan wil ik wèl……”DAT JE JE MUTS OP DOET”.
- Je partner overweegt z’n baan op te zeggen voor zijn droom, de studie kwantummechanica. Ok, maar dan wil ik wèl……”DAT JE JE MUTS OP DOET”.
- Je buurman vraagt toestemming voor de aanschaf van een tiental bijenvolken. Ok, maar dan wil ik wèl ……”DAT JE JE MUTS OP DOET”.
Geliefde gelovigen en ongelovigen,
Wij staan wederom aan de vooravond van Kerst en weldra aan het begin van een nieuw jaar. Bij uitstek een periode om in alle rust over deze dingen na te denken. Moge 2023 een jaar worden waarin we niet langer met een bezwaard gemoed rondlopen, verontrust over wat ons nu weer boven het hoofd hangt. Een jaar in goede gezondheid, een jaar waarin de oorlog stopt en er vrede zal zijn, een jaar waarin onze vlag weer rood wit blauw kleurt. Een jaar waarin we de toekomst weer met vertrouwen tegemoet mogen zien.
Moge het ook een jaar worden waarin de wereldleiders zich bewust worden van hun immense verantwoordelijkheid de wereldvrede te bewaren en onze prachtige planeet te behoeden en te verduurzamen, teneinde deze met trots te kunnen overdragen aan generaties na ons. 2023: een fijn relaxt jaar, met ruimte in uw hoofd, een jaar ook waarin u steeds tijdig denkt aan het thema van deze avond "DAN WIL IK WÉL DAT JE JE MUTS OP DOET”.
Kersttoespraken 2012- 2019
LOOS ALARM
Kerstzingen Penseelstreek 20 december 2019
Dick Tiemens als Dominee Gremdaad
Beminde gelovigen en ongelovigen,
U herinnert zich ongetwijfeld nog dat onze geliefde kapelaan vorig jaar om deze tijd het Vaticaan bezocht teneinde bij Zijne Heiligheid de afschaffing van het celibaat te bepleiten. De Heilige Vader voelde daar wel wat voor en onze Emeritus adviseerde hem ermee aan te vangen in het Amazonegebied. De rest is geschiedenis.
Op dit moment bevindt onze kapelaan zich met zijn huishoudster in Rome om de Heilige Stoel bij te staan bij het implementeren van deze ingrijpende gebeurtenis.
Ook dit jaar heb ik dus de eer de Emeritus te mogen vervangen.
'Gremdaad', zei de Emeritus tegen me, ‘ik geef je de vrije hand, gelet op de enorme impact van je duurzame kerstboodschap van vorig jaar. Jouw Omvorming bracht Boer Boris en Bob de Bouwer naar het Malieveld’. Zelfs in onze eigen wijk zag ik tijdens het flyeren een tuin waar de stenen verharding plaats had gemaakt voor een grasveld, kunstgras weliswaar, maar toch.
Een eigen invulling dus.
Vandaar dat ik u vanavond wil vragen “LOOS ALARM” kent u die uitdrukking?
Zo maar drie voorbeelden uit mijn dagelijkse pastorale praktijk.
LOOS ALARM.
Allereerst het traditionele geval. Uw man moet overwerken. Het is koopavond en U gaat ’s avonds nog even de stad in. En daar zit uw beminde echtgenoot in restaurant Dudok, tête á tête met een blonde schoonheid. Ontgoocheld keert u huiswaarts. Alles in u slaat alarm. Wat is hier in hemelsnaam aan de hand. Maar dan komt uw man thuis en meldt dat het overwerk voorspoedig verliep. Er was zelfs nog even tijd geweest voor een kopje koffie in Dudok, met een nieuwe collega. Voordat haar man haar ophaalde had ze nog trots foto’s laten zien van haar kersverse tweeling.
Wat een opluchting, het was “LOOS ALARM”.
LOOS ALARM
U woont bovenaan de Heemstralaan.
Op een zondag wandelt u op het fietspad langs de Schelmseweg.
Vorig jaar schrok u heel erg van de massale bomenkap aldaar. Gelukkig zien de nieuwe bomen er goed uit, de droogte is ze niet fataal geworden. Die avond slaapt u in met verheven gedachten over de vergankelijkheid van het leven en over oude bomen en de dingen die voorbij gaan. Tijdens het ochtendgloren verkeert u in de bekende schemertoestand tussen waken en slapen. Het alarmerende geluid van motorzagen dringt langzaam tot u door en u denkt "het zal toch niet, ze zijn toch niet doende al onze lindebomen te kappen".
Paniek maakt zich van u meester.
Snel loopt u naar het raam en schuift het gordijn open.
Oh, gelukkig het zijn mannen in oranje hesjes, in de weer met bladblazers.
In hun late herfsttooi staan de linden er ongeschonden en prachtig bij.
Het was “LOOS ALARM”.
LOOS ALARM
U behoort tot de doelgroep 'ouderen'. Door de Stichting Welzijn Ouderen bent u bijeen gedreven in een zaaltje van de Diaconessenkerk. Het gaat over veiligheid in en om het huis. De wijkagent schetst in schrille kleuren de gevaren die de oudere heden ten dage bedreigen. Niets ontziende insluipers hebben het voorzien op uw leven, geld en sieraden. Naast deugdelijk hang- en sluitwerk wordt een felle buitenlamp met bewegingsmelder dringend aanbevolen.
U vindt uw buurman bereid zo'n lamp met spoed bij u te monteren.
En warempel, u ligt die avond nog maar net in bed of de buitenlamp floept aan.
'Een indringer' denkt u en de door de wijkagent getoonde beelden van gruwelijke mishandeling trekken in een flits aan u voorbij. Na een tijdje floept de lamp weer uit. 'Nu is de indringer op het balkon', denkt u.
Reeds reikt u naar pepperspray en honkbalknuppel.
'Miauw' klinkt het dan plotseling……….miauw, miauw.
De bewegingsmelder was kennelijk geactiveerd door de zwarte kat van de buren.
Wat een opluchting, het was “LOOS ALARM”.
DE MORAAL
Dominee, vraagt u mij, wat is de moraal van uw verhaal?
Zal er in 2020 altijd sprake zijn van 'loos alarm'?
En ik zal antwoorden 'de mens lijdt nog het meest door het lijden dat hij vreest’.
Raak niet te snel in paniek, zit niet te snel in zak en as.
Weet dat het ook in 2020 in het merendeel van de gevallen vanzelf goed komt.
Maar mijn boodschap is tweeledig. Want, bij mijn pastorale zorg stuit ik ook maar al te vaak op echt alarm. Er zijn mensen in nood, er zijn ernstig zieke mensen.
Mensen die afscheid hebben moeten nemen van een geliefde.
En dan is het tijd voor actie: een kop koffie, een praatje over alledaagse dingen,
een boodschap doen, wat hulp in de tuin, de container buiten zetten, op een kind passen. Medemenselijkheid, warmte.
Echt alarm brengt altijd het beste in ons boven.
MIAUW
In deze kerstoverweging staat het miauwen model voor het veranderen van een
op het oog alarmerende situatie in een onschuldige alledaagse situatie.
In onze drie wijken miauwen we dan dus voortaan even.
Laten wij dat met z’n allen hier en nu alvast even oefenen:
…..miauw…..miauw…..miauw…..miauw…..miauw…..miauw…..
Geliefde wijkgenoten,
Wij staan wederom aan de vooravond van Kerst en weldra aan het begin van een nieuw jaar. Bij uitstek een periode om in alle rust over de dingen des levens na te denken. Moge 2020 voor u een fijn jaar worden met weinig alarmerende situaties.
En dat er - als ze zich voordoen - sprake moge zijn van ‘LOOS ALARM’.
En dat we niemand alleen laten in het geval van ECHT ALARM.
Ik wens u een onbekommerd Kerstfeest en een voorspoedig 2020.
………………..en laten we toch vooral ook niet te bang zijn……………………..
DE OMVORMING
Kerstzingen Hoogkamp/Sterrenberg/Gulden Bodem. 21 december 2018
Dick Tiemens
Beminde gelovigen en ongelovigen,
Normaal gesproken staat onze geliefde Emeritus Kapelaan hier op deze eenvoudige kansel. Maar al tientallen jaren rust er ergens in een bureau van het Vaticaan het verzoek van onze Emeritus om de relatie met diens huidhoudster via een huwelijk te ontzondigen. En uitgerekend vandaag heeft de Heilige Vader hem in de gelegenheid gesteld de opheffing van het celibaat te verdedigen in de Raad van Kardinalen. Katholieken en Protestanten zijn sinds de Hervorming van 1517 op celibatair gebied helaas uiteen gegaan. En er is mij als vriend en dominee natuurlijk veel aan gelegen dat merkwaardige onderscheid na vijf eeuwen op te heffen.
Eergisteren verzocht de kapelaan mij hem vanavond te vervangen en U te sterken en te bemoedigen bij het betreden van het jaar 2019.
Uiteraard vroeg ik hem naar het onderwerp van de overdenking.
'Ik geef je de vrije hand' sprak hij, 'maar je kunt nauwelijks heen om de droogte van deze zomer en de deplorabele toestand van moeder aarde'. 'Gremdaad' zei hij nog 'de Almachtige zal je de juiste woorden tijdig ingeven'. Ondanks die geruststellende woorden maakte zich - gelet op de korte tijdspanne - een grote ongerustheid van mij meester en was het mij bang te moede. Hoe zou ik die bemoediging tijdens dit Kerstzingen vorm gaan geven…
Maar alvorens mij in de toespraak te verdiepen wachtte mij eerst nog een reis naar Waddinxveen. De Omvormer van mijn zonnepanelen had de geest gegeven en reparatie kan in heel Nederland uitsluitend daar geschieden.
En zo begaven mijn vrouw en ik ons als twee Wijzen uit het Oosten over de A12 naar het nietige Waddinxveen, teneinde onze Omvormer aldaar te laten inschrijven. Via het mobieltje van mijn vrouw werden wij op onze reis door de satelliet geleid en door zendmasten aangestraald.
Onderweg liet ik mijn gedachten de vrije loop. De Omvormer is een apparaat dat de gelijkstroom van zonnepanelen omzet in bruikbare wisselstroom. Plotseling zag ik in dat de Omvormer het Medium is tussen de zon van de Almachtige en onze menselijke behoefte aan strijkijzers en broodroosters.
Medium tussen God en Mens, wat een verheven, welhaast goddelijk apparaat.
In een troosteloze hal op industrieterrein Coenecoop in Waddinxveen legde ik de Omvormer dan ook voorzichtig en behoedzaam op de mij toegewezen eenvoudige ruwhouten tafel. Toen mijn ogen enigszins aan het duister gewend waren ontwaarde ik honderden omvormers. "Hoeveel zijn het er wel niet" stamelde ik verbaasd. De eigenaar van het bedrijf tikte even op zijn computer en zei "momenteel 1670". En toen knipoogde de Almachtige even naar me, want 1670 is precies het totale aantal woningen in onze drie wijken.
Starend naar mijn omvormer kreeg ik toen een Visioen, een droombeeld, een vergezicht dat ik hier en nu graag met u wil delen. Ik zag in dat de mensheid na de HERVORMING van 1517 - die uiteindelijk alleen maar tweedracht zaaide - behoefte heeft aan een OMVORMING, die de mensheid juist verenigt.
De Omvorming van 2019. Omvorming van de wereld, te beginnen in onze drie wijken en dus te beginnen bij onszelf, bij u en bij mij.
En zie, ik zag hoe de daken op de Hoogkamp, Sterrenberg en Gulden Bodem zich allengs vulden met zonnepanelen. Overal isolatieteams in de weer. Ik zag een ieder doende met verwijdering van ondoorlaatbare verstening en verharding. Doende met verwijdering van worteldoek dat het bodemleven vernietigt. Doende met het planten van insectenvriendelijke bomen, lavendel en vlinderstruiken. Het regenwater van de daken stroomt vrijelijk uit in de tuinen. Bladblazers worden in de ban gedaan, het blad blijft liggen waar het valt. Slakkenkorrels gaan bij het chemisch afval. De gifspuit gaat naar het Open Luchtmuseum. Met overgeschoten dakpannen worden egelhuizen gebouwd. Schuttingen krijgen openingen, waardoor egels ongehinderd kunnen migreren en in onze tuinen kunnen ronddwalen. Je hoort ze weer zuchten en steunen op warme zomeravonden. Overal vlinders, bijen, hommels en wespen. Zeldzaam geworden vogels keren terug. Kikkers en padden springen kwakend van tuinvijver naar tuinvijver. Buren vergelijken over de heg de opbrengsten van hun zonnepanelen. Bij de bakker wisselen de klanten omvormings-ervaringen uit. Want omvorming kan ook heel gezellig zijn. Steeds meer Omgevormden in de wijk. Hier in onze wijken begint de victorie en als een inktvlek volgen aansluitend stad en land. Wat een prachtig visioen.
Wat een uitdagende opdracht voor ons allen in 2019.
Beminde gelovigen en ongelovigen,
Wij staan wederom aan de vooravond van Kerst en weldra vangt een nieuw jaar aan. De dagen lengen, een nieuw begin. Bij uitstek een periode om in alle rust over de dingen des levens na te denken. Niet alles hoeft ineens, als we in 2019 maar een begin maken. En om dat goed tussen de oren te krijgen scanderen we met z'n allen driemaal OPWARMING NEE, OMVORMING JA.
Ik wens u een ontspannen en gezellige kersttijd en een 2019 vol voorspoed en zonder ernstige tegenslagen.
Een 2019 waarin u in goede gezondheid kunt nadenken over het leven en over de toekomst van onze aarde en over uw rol daarbij.
En dat er in 2019 na zonneschijn ook steeds maar regen moge vallen…….
DE WITTE HERMELIJN
Kerstzingen Penseelstreek, 22 december 2017
Dick Tiemens als Emeritus Kapelaan
Beminde gelovigen en ongelovigen,
Vorig jaar was ik op audiëntie bij de Paus en stond dominee Gremdaad op deze huishoudtrap. "Laat het los, laat het gaan", zo luidde zijn Kerstoverweging. Ik heb daar het afgelopen jaar veel steun aan gehad. Gremdaad en ik kunnen het goed met elkaar vinden. En daarom besloten wij medio dit jaar met onze racefietsen af te reizen naar de Franse Vogezen. Sinds ons Emeritaat zoeken wij het Hogere meer in de bergen dan in vastomlijnde kerkelijke structuren. Als kapelaan bereed ik altijd een zwarte terugtrap-Gazelle. Vanwege mijn rokken was het een damesmodel. Versnellingen kende men niet in die tijd. Dat was ploeteren op de heuvels rondom de Heilig Hartkerk, maar ik vatte er wel liefde op voor de wielersport. Net als Gremdaad beschik ik nu over een carbon racefiets met schijfremmen en maar liefst 33 versnellingen. En zo bevonden wij ons op een gegeven moment aan de voet van de Ballon 'd Alsace, een klim met een hoogteverschil van zeshonderd meter en een lengte van negen kilometer. Ik was toch wel benieuwd wie van ons beiden als eerste de top zou bereiken. En stiekem vroeg ik de Almachtige of ik dat zou mogen zijn, wellicht nog een restant van de rivaliteit tussen Katholieken en Protestanten. Onderweg trachtte ik zo onopvallend mogelijk te demarreren, maar Gremdaad bleef moeiteloos in het wiel. Maar twee kilometer onder de top gebeurde het. In de berm van de weg lag een witte hermelijn. Het wit van het slanke diertje was door bloed besmeurd. Duidelijk een verkeersslachtoffer. Het aandoenlijke dier had dringend hulp nodig. Vol adrenaline en prestatiedrang besloot ik echter door te fietsen en op de top bemerkte ik dat ik Gremdaad had afgeschud. Ik was bij de hermelijn gedemarreerd en ik had gewonnen. In het restaurant op de top nam ik een Cappuccino. En naarmate de adrenaline plaats maakte voor cafeïne zag ik steeds scherper in hoezeer ik had gefaald en ik viel ten prooi aan complete ontreddering. Het wachten op Gremdaad duurde tergend lang. Na een uur arriveerde hij op de top, een blijmoedig mens. "Heb jij die hermelijn niet zien liggen" vroeg hij nog. Maar mijn gezicht sprak boekdelen. Heel mijn houding ademde neerslachtigheid. Een automobilist had de dierenambulance gebeld en Gremdaad had de witte hermelijn naar het ziekenhuis begeleid. Het beestje werd gespalkt en maakte het inmiddels weer goed. Na drie maanden zou het weer in het bos worden losgelaten. En zo reikte de Almachtige mij op de top van de Ballon 'd Alsace het onderwerp aan van deze Kerstoverdenking "DE WITTE HERMELIJN". Waar ik hulp had kunnen bieden was ik doorgefietst en mijn triomf transformeerde in een nederlaag. Gremdaad had de goede keuze gemaakt. Hij redde een dier en werd beloond met een overstijgend geluksgevoel. Geliefde wijkgenoten, zoals de PAARSE KROKODIL in Nederland symbool staat voor onbuigzame ombarmhartige bureaucratie, zo kan de WITTE HERMELIJN hier in onze drie wijken uitgroeien tot het symbool van hulpvaardigheid en aandacht voor elkaar. En om dat goed tussen de oren te krijgen scanderen wij met z'n allen tweemaal DEMARREREN: NEE, WITTE HERMELIJN: JA.
Geliefde gelovigen en ongelovigen,
Wij staan wederom aan de vooravond van Kerst en weldra aan het begin van een nieuw jaar. Bij uitstek een periode om in alle rust over de dingen des levens na te denken. Want komend jaar zullen ook wij weer vaak kunnen kiezen. Fietsen we door of staan we even stil. Demarreren we of nemen we de tijd voor elkaar. Bezoeken we die eenzame en zieke of stellen we dat nog even uit. Een glaasje Glühwein met de buurvrouw. Een praatje over alledaagse dingen. Warmte. Een luisterend oor. Aandacht voor elkaar! En laten we elkaar toch vooral ook groeten op straat........
Moge 2018 zo een jaar worden waarin we attent zijn en waarin we het moment om iets voor elkaar te betekenen en hulp te bieden niet achteloos voorbij laten gaan.
2018 zal dan een jaar worden waarin u steeds tijdig denkt aan het thema van deze sfeervolle avond "DE WITTE HERMELIJN".
Ik wens u een fijn en onbekommerd Kerstfeest en een voorspoedig 2018.
LAAT HET LOS.......LAAT HET GAAN
Kerstgedachte bij het Kerstzingen op 23 december 2016
door Dick Tiemens
Beminde gelovigen en ongelovigen.
Waar is onze Emeritus Kapelaan zullen trouwe bezoekers nu meteen opmerken.
Welnu die is totaal onverwachts en uitgerekend vandaag ontboden bij zijn hoogste baas, de Heilige Vader in het Vaticaan. Paus Franciscus wenst het Kerstzingen zoals wij dat hier kennen, uit te rollen over het Vaticaan, over Italie, over Europa en aansluitend over de gehele wereld. 'Gremdaad', sprak de kapelaan door de telefoon, 'ik word de vrijdag voor Kerst verwacht bij de Heilige Stoel en jij bent de enige die mij bij het Kerstzingen kan vervangen'. 'Maar wat zal mijn boodschap zijn', sputterde ik nog tegen. 'Dat zal de Almachtige ons inblazen, zodra wij bijeen zijn' antwoordde hij eenvoudig.
Vorige week was het dan zover. Eerst dronken wij een prachtige Chateauneuf du Pâpe om ons weerzien te vieren. Vervolgens namen wij een blad papier voor ons en zakten weg in meditatie en contemplatie. Plotsklaps schreven we tegelijkertijd een tekst op de voorheen nog onbeschreven vellen. Als bewijs heb ik die Papieren Tafelen meegenomen om ze aan u te tonen. Op mijn vel stond "LAAT HET LOS" en op het papier van de Emeritus stond "LAAT HET GAAN". Wij stonden perplex, want in onze dagelijkse pastorale praktijk ervaren wij beiden verkramping, verbittering, verzuring, frustratie, woede, boosheid, wrok, scheldpartijen, korte lontjes en lange tenen als hèt probleem van deze tijd. 'Loslaten is inderdaad niet genoeg' overwoog de Emeritus, 'want we zouden het zojuist losgelatene weer kunnen vastpakken. Eerst laten we los en dan laten we het ook meteen gaan, dan is het weg en zijn we het kwijt'.
'Gremdaad', sprak hij, 'aan jou als dominee de taak deze Handreiking van de Almachtige in enkele goed gekozen Gelijkenissen te verduidelijken'.
Welnu, ik geef u twee voorbeelden van wat u in 2017 kan overkomen en u roept dan aan het eind daarvan luide "Laat het los, Laat het gaan".
DE GELIJKENIS VAN DE VIERKANTE WIELEN
U staat op het perron van Utrecht Centraal. Het is zaterdagavond en u verlangt hevig naar huis. Maar dan klinkt het door de speaker 'het treinverkeer naar Arnhem is door de eerste bladval van deze herfst volledig lamgelegd. Bovenleidingen zijn bezweken, rails te glad, wielen vierkant, wissels in de war geraakt. Op z'n vroegst rijden er morgenvroeg weer treinen. Wij raden u aan uw reis te voet, liftend, per bus of taxi te vervolgen'. Er welt een klamme woede in u op, uw aderen vernauwen zich, nierstenen vormen zich spontaan en verstopping van de galwegen dreigt. U staat op het punt u te vergrijpen aan kostbaar spoorwegmateriaal, aan seinpalen, aan kiosken en kaartautomaten. Maar plotseling, denkend aan dit inspirerend samenzijn roept u
- tot verbazing van uw medereizigers -
"LAAT HET LOS, LAAT HET GAAN".
De situatie is namelijk weliswaar vervelend, maar niet levensbedreigend, niet ingrijpend, niet echt belangrijk.
Nog een tweede gelijkenis geef ik u mee.
DE GELIJKENIS VAN DE ONRECHTVAARDIGE LEIDINGGEVENDE
Na lang aarzelen hebt u - op aandringen van uw vriendin - besloten opslag te vragen.
U hebt uw verzoek goed onderbouwd en uitstekend voorbereid. U zit buiten de kamer van uw leidinggevende te wachten tot z'n lamp op groen springt en herhaalt nog maar eens even uw wervende aanvangstekst. Het sein springt op groen. U treedt binnen en gaat zitten.'Zeg het eens' klinkt het verveeld vanaf de overkant.
Ik.... begint u.....ik werk hier nu al tien jaar en ik.....
'Mag ik je even onderbreken stelt de overkant nu......je bent hier nog maar net binnen en je hebt al drie keer 'ik' gezegd. Ga nu eens voor jezelf na wat dat betekent voor jou als mens en voor jou als werknemer van dit bedrijf". Een hand op je schouder geleidt je met zachte drang naar de deur en voor je het weet sta je weer buiten.
Ook nu woede, onmacht, een torenhoge bloeddruk en kransslagaderen die op springen staan. Moord op uw leidinggevende is nog maar een kleine stap, maar als bij toverslag herinnert u zich dit relaxte samenzijn en schalt het door de gangen
"LAAT HET LOS, LAAT HET GAAN".
Geliefde gelovigen en ongelovigen,
Wij staan wederom aan de vooravond van Kerst en weldra aan het begin van een nieuw jaar. Bij uitstek een periode om in alle rust over deze zaken na te denken.
Moge 2017 een jaar worden zonder boosheid, verkramping en woedeaanvallen.
Dat u elkaar ontspannen en begripvol tegemoet mag treden en aardig voor elkaar bent.
Moge het ook een jaar worden waarin onze wereldleiders zich bewust worden van hun immense verantwoordelijkheid de wereldvrede te bewaren en onze prachtige planeet te behoeden en te verduurzamen teneinde deze met trots te kunnen overdragen aan generaties na ons.
2017:
een relaxt jaar, vol ontspanning en mededogen,
een jaar met korte tenen en lange lonten.
Een jaar dus waarin u steeds tijdig denkt aan het thema van deze sfeervolle avond
"LAAT HET LOS, LAAT HET GAAN"
KOM WE MOETEN GAAN
Toespraak van de Emeritus Kapelaan Dick Tiemens bij het kerstzingen in de Penseelstreek 2015
Beminde Parochianen, Gelovigen en Ongelovigen,
Als Emeritus Kapelaan ben ik op een leeftijd gekomen dat ik wel weer eens een boek herlees. Bij eerste lezing is mij tijdens het jachtige bestaan van kapelaan misschien iets ontgaan. Wellicht was ik nog te jeugdig voor een bezonken oordeel, stond ik niet open voor een diepere betekenis, een strofe waarvan de draagwijdte mij ontging, een gelaagdheid waaraan ik niet toekwam. Ik loop dan langs mijn boekenkast en maak een keuze uit de daar aanwezige wereldliteratuur. En zo herlas ik onlangs 'ASTERIX EN DE BRITTEN'. Daarin komt een scene voor dat Obelix opgesloten zit in de Tower, samen met een Brit. U weet wel, Obelix die als kind in de ketel met toverdrank viel en die daardoor groot, sterk en onoverwinnelijk werd. Die Obelix dus had teveel wijn gedronken en de Romeinen hadden hem in kennelijke staat aan de muur kunnen vastketenen. Op een gegeven moment zegt de weer nuchtere Obelix tegen de Engelsman "we moesten maar weer eens opstappen, Asterix zal wel ongerust zijn". De Brit schudt het hoofd en vreest dat het Obelix in de bol is geslagen. Maar Obelix staat op, schudt de ketenen achteloos
af, trekt en passant de pin uit de muur en zegt "KOM we moeten GAAN". De Brit wijst ontdaan op zijn ketting en zegt "ik kan niet mee, ik zit vast". Obelix bevrijdt hem terstond en samen gaan ze op zoek naar Asterix.
Geliefde Kerstzangers,
Bij tweede lezing zag ik in deze scene plotseling maar overduidelijk de verscholen Metafoor, de diepere laag. Het gaat dan om Obelix die zegt 'kom we moeten gaan' en de Brit die zegt 'ik kan niet mee, ik zit vast'. Heel scherp zag ik ineens dat het hele boek is opgebouwd rond dit thema. Hetgeen vooraf gaat werkt naar deze scene toe en hetgeen volgt werkt die scene uit. Obelix wil weg, maar de Brit zit vast. Het is een Metafoor voor de tweestrijd in elk van ons, de vrijwel dagelijkse tweestrijd tussen het graag willen en het niet kunnen, tussen het wegdromen en het ontwaken, beweging versus stilstand, verandering tegenover pas op de plaats. 'We moeten gaan' tegenover 'ik kan niet, ik zit vast'. Die metafoor te mogen zien ervaar ik als een moment van grote genade en dat moment van genade wil ik graag met u delen, hier en nu.
Beminde Kerstzangers,
Dat wegdromen kennen we maar al te goed. Maar vooral ook het vastzitten, het niet kunnen verwezenlijken van die dromen. We hebben immers te maken met vastgeroeste patronen en ingesleten gewoonten. We zijn verslaafd aan de Social Media, we moeten kijken naar Boer zoekt Vrouw en Heel Holland bakt. Mijn vrienden zien me aankomen en op het werk zullen ze me voor gek verklaren.....en trouwens kan bruintje dat wel trekken.... Want tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. En zo kom je aan je dromen niet toe.
Geliefde Parochianen,
We staan aan de vooravond van het kerstfeest, bij uitstek een tijd om dit thema te overdenken. We staan ook aan de vooravond van 2016. Wellicht het jaar om nieuwe horizonten te verkennen, sluimerende talenten een kans te geven en dromen te verwezenlijken. De Mont Ventoux beklimmen of Alpe d' Huez. Een marathon
lopen. Beeldhouwen, schilderen, een boek schrijven. Een andere baan. Een voetreis naar Santiago di Compostella. Op audiëntie bij Paus Franciscus. Maar zoek het in 2016 vooral ook dichtbij in kleine haalbare dingen die het alledaagse leven van mens en dier veraangenamen. Het ging Obelix immers slechts om hereniging met zijn vriend Asterix. Begin met hardlopen. Leer trompet spelen bij de muziekvereniging Eendracht. Vervaardig een stoommachine in de werkplaats van de Helling. Leg eindelijk die modelspoorbaan aan op zolder. Plant een boom, verbouw groente in je eigen tuin, plant een vlinderstruik. Bezoek iemand waarmee u woorden had en
maak het weer goed. Doe het! Stel het niet uit! Soms is er een ander voor nodig om de beslissende aanzet te geven. Welnu, laat Obelix u losrukken uit uw dagelijkse
beslommeringen. En om dit goed tussen de oren te krijgen scanderen wij eenmaal luide "KOM WE MOETEN GAAN".
Ik wens u een fijn en onbekommerd kerstfeest en een 2016 waarin de zorgen over de wereld hopelijk wat verminderen. En waarin u meer tijd inruimt voor uzelf en waarin u een aantal ketenen verbreekt en een aantal dromen verwezenlijkt. Met Obelix zeg ik U 'KOM HET IS TIJD OM TE GAAN'.
18 december 2015
RONDE RODE RINGEN
KERSTGEDACHTE bij het KERSTZINGEN 2014
Beminde Parochianen
Je staat als gezonde boom trots en fier langs de Bakenbergseweg.
Je drinkt grondwater, je vangt stof, je zorgt voor koelte en je zet koolzuur om in hout en zuurstof. In de lente vorm je een groen bladerdak en in de herfst zorg je voor vlammende kleuren. Je ondervindt alom waardering, makelaars spreken van een 'groene wijk'.
Mensen houden van je.
Maar dan komt er een beambte. Hij neemt je in ogenschouw en zijn oordeel is niet mals. Hij constateert overhangende takken, scheefstand, verloren gegane symmetrie ... en het ergst van alles: Plakoksels, ernstige Plakoksels.
De beambte hanteert een rode spuitbus en omcirkelt je met ronde rode ringen.
Vanaf die dag ben je een getekende. Je staat er nog wel, maar je doet niet echt meer mee.
Je doet er eigenlijk niet meer toe. Na de beambte zal er een man komen met een motorzaag en de boom zal vallen. Dag Boom, dag Vriend.
Beminde Gelovigen en Ongelovigen
Wij zijn hier traditioneel bijeen aan de vooravond van Kerst en dicht bij een nieuw nog onbekend jaar. Als uw Emeritus Kapelaan ben ik zielenherder voor al wat leeft en ik verleen pastorale zorg waar dat nodig is, ook aan bomen. En daarom hanteerde ik recentelijk de staalborstel om zoveel mogelijk rode ringen weg te borstelen. En al borstelend en in gedachten vooruitsnellend naar dit moment en dit samenzijn, zag ik voor mijn geestesoog plotseling ook ménsen met rode ringen. Zieke mensen, ontslagen mensen, eenzame en ongelukkige mensen, afwijkende mensen. Mij beving de wens ook die schoon te borstelen.
Ik kwam tot het inzicht dat bomen en mensen veel gemeen hebben. Immers hoe vaak hebben wij niet moeite met ons evenwicht en hoe vaak zijn wij niet uit het lood geslagen?
Hoe vaak staan wij niet op omvallen als de storm van het leven over ons heen raast?
En hoe zouden wij het dan vinden rood omcirkeld, gemeden en gekapt te worden?
Geliefde Parochianen
Dit overwegende kwam ik als vanzelf op de kerstgedachte voor dit turbulente jaar.
Want zoals wij hier staan – het goede voor hebbend met iedereen – oordelen wijzelf ook wel eens negatief over een medemens. Wij zijn niet vrij van roddel en achterklap en ook wij hanteren wel eens de rode spuitbus ten aanzien van een ander.
Laat dít dan onze kerstgedachte zijn: bij ons thuis vertrouwen we de rode spuitbussen vanavond nog toe aan het overig afval. Zelf stoppen we per direct met het rood omcirkelen
van mensen en we helpen mensen die door het leven rood omcirkeld zijn. Met staalborstels schuren we de rode ringen weg. Verloren gegane contacten herstellen we en vergeten kennissen vragen we op de koffie. Ach, buurvrouw staat een beetje scheef, wat hindert het eigenlijk. Ach, buurman spoort niet helemaal, laat hem z'n gang gaan. Ach kijk, iemand met een plakoksel, niet echt iets om je druk over te maken...
We worden milder, want uiteindelijk zijn we allemaal mooie mensen. En om dat goed tussen de oren te krijgen scanderen we driemaal "Mooie Mensen JA, Rode Ringen NEE".
Ik wens u een fijne, relaxte en harmonieuze kerst, onder uw eigen kerstboom
en een heel héél gelukkig 2015.
19 december 2014
STIPJES BESTAAN NIET
Toespraak van de Emeritus Kapelaan Dick Tiemens bij het kerstzingen in de Penseelstreek 2013
Omdat ik u vorig jaar kond mocht doen van het Wonder van de Heilig Hartkerk, heeft men mij als emerituskapelaan gevraagd ook dit jaar een stichtelijk woord te spreken zo tussen het Kerstzingen door. Welaan dacht ik, laat ik nu eens een keer niets voorbereiden. Laat ik me dit keer geheel en al openstellen voor de Almachtige en horen wat die ons wil meegeven voor het komend jaar. En daarom begaf ik mij vanavond ruim tevoren naar de plaats van samenkomst, geheel in de Kracht van het Nu. En zo zag ik u allen al van verre naderen op weg naar deze bijzondere plek, het kruispunt van de drie wijken, vanuit de Heemstralaan, de Bakenbergseweg en Jacob Marislaan. Verre nietige stipjes eerst nog, anoniem en onbeduidend. Maar langzamerhand kregen die stipjes contouren en weer later herkende ik velen van u.
– Dag René, dag Frans, hé Leendert, jij ook hier.
– Dag Jan, Margreet, Bob, Betty en Jasper, wat leuk dat jullie er zijn.
– Eveline, Corrie, Marieke, fijn jullie te zien.
Hé, geen stipjes meer, in tegendeel, allemaal warme, lieve, waardevolle en beduidende medemensen.
De wonderbaarlijke transformatie van stipje in medemens.
En plotseling als in een flits zag ik wat de Almachtige ons vanavond te zeggen heeft.
"Er zijn helemaal geen stipjes." "Er zijn alleen mensen." "Stipjes bestaan niet."
Vanaf vanavond zijn de stipjes in onze drie wijken afgeschaft.
Vanaf vanavond zijn we allemaal even waardevol, iedereen doet ertoe.
Maar eenmaal tot dit inzicht gekomen wil ik ook dieper met u gaan, dieper dan waar u ooit bent geweest.
Buurvrouw Stipje blijkt Jantien te heten, ze is erg eenzaam en ze scrabbelt graag ... en dat gaat voortaan dus ook weer gebeuren. Ook brengt u Jantien naar de fysiotherapeut en naar de gezelligheidsbijeenkomsten van de wijk.
Buurman Stipje blijkt Gerard te heten en was ooit een bekende amateur-sporter. Verlegen, maar ook trots, toont hij u vergeelde krantenknipsels en bestofte bekers.
U tikt een tweedehands elektrische fiets op de kop en met buurman Gerard toert u samen door het Nationale Park De Hoge Veluwe.
Later, veel later, zal men de tijd waarin wij nu leven een plaats geven in de Canon van de Geschiedenis. Men zal vaststellen dat ons land aan het begin van de eenentwintigste eeuw geteisterd werd door een nietsontziende crisis.
Iedereen was arm, nooddruftig, neerslachtig, verdrietig en eenzaam.
"Iedereen?" zal men dan vragen. En de geschiedkundigen zullen antwoorden
"Nee, een klein dorpje hield moedig stand. In de stad Arnhem waren er drie aan de bosrand gelegen wijken waar de mensen elkaar groetten en zich om elkaar bekommerden. En van daaruit verspreidde dat liefdevolle mantelzorgmodel zich over heel Nederland en zo kwam er een einde aan de crisis."
Beminde gelovigen en ongelovigen,
Dát visioen – onze drie wijken als inspiratiebron voor de rest van Arnhem en voor heel Nederland – dát visioen wil ik met u delen!|
Zó gaan wij de Kerstdagen in en het nieuwe jaar!
Fijne kerstdagen gewenst en een nieuw jaar vol liefdevolle bekommernis om elkaar!!
Kerstverhaal 20 december 2013
HET WONDER VAN DE HEILIG HARTKERK
KERSTVERHAAL bij het Kerstzingen 2012
En het geschiedde in die dagen - het waren de vijftiger jaren van de vorige eeuw - dat er tijdens de Kerstnacht in de Heilig Hartkerk altijd een koor zong. Het was de oude Pastoor zelf die het koor dirigeerde en de liederen instudeerde. Iedereen was welkom in het koor, chirurgen, advocaten, ambtenaren, leraren, verpleegkundigen, politieagenten. En winkeliers uit de Hoogkamp natuurlijk, een wijk die toen wel dertig winkels telde. Ien Dales zong mee, de latere Minister en Ad Ploeg, de latere Staatssecretaris. Het was een heel divers gezelschap. En net als in het Oude Café aan de Haven telde tijdens repetities en uitvoeringen wie je was en wat je deed niet meer mee.
Sommigen zongen zacht en zuiver, anderen hard en vals. De pastoor schikte iedereen zodanig dat de koorzang goed uit de verf kwam. Met zachte hand en pastorale overredingskracht leidde hij een detonerende stem naar een minder prominente plek.
En wat zong het Koor altijd prachtig
. Stille Nacht.
. Er is een Kindeke geboren op aard.
. Ere zij God in de Hoge.
In de overvolle Kerk op het hoogste punt van de drie wijken kon je een speld horen vallen.
Alleen de dieren van de levende Kerststal blaatten en mekkerden er af en toe doorheen.
De oude pastoor leefde maanden naar de Kerstzang toe.
En als iedereen de kerk verlaten had knielde hij voor het Altaar en huilde hij van puur geluk.
Maar toen kwam het moment waarop een jonge Kapelaan het roer van de kerstzang overnam.
Al jaren ergerde hij zich aan een ongelijke inzet, een haperende Tweede Stem en aan enthousiasme dat wel eens ten koste ging van de zuiverheid. De jonge kapelaan had heel andere ideeën over de Kerstzang, een nieuwe visie, een moderne kijk. De kapelaan vervoegde zich bij het Arnhems Conservatorium. Hij kreeg de beschikking over vier zangeressen en vier zangers, die noten lazen. Geschoolde stemmen die zongen uit partituren, het puik der zoete kelen.
De Kerstnacht brak aan, voor het eerst onder leiding van de nieuwe kapelaan. En oh wat zong het minikoortje prachtig. Liederen van Pachelbel en Buxtehude, drie- en vierstemmig.
De acht zetten precies gelijk in. Hun zuiverheid viel niet te overtreffen.
En niets verstoorde de hoogstaande zang, de levende kerststal was uit de kerk verbannen.
De jonge kapelaan kon een gevoel van trots niet onderdrukken. Dit was nog nooit vertoond.
De opmaat voor de komende jaren. Ook de oude Pastoor had genoten. En net als vroeger knielde hij na afloop voor zijn Heer. Oh Heer zei hij, neem mij niet kwalijk dat ik u al die jaren deze kerstzang heb onthouden. En hij weende bittere tranen, niet van geluk, maar van schaamte.
De jonge kapelaan had medelijden, knielde naast de pastoor en legde zijn arm troostend om hem heen. We schrijven Kerstnacht van het jaar 1960.
En toen geschiedde het dat er een sterke windvlaag door de Heilig Hartkerk voer.
De kapelaan keek schielijk om, maar de buitendeur was dicht.
En plots daalde er een gestalte neer in een schitterend licht.
En ook was er een stem, het was een stem als van een vrouw.
"Mijn Zoon de Barmhartige en diens Vader de Eeuwige laten u weten dat zij alle jaren buitengewoon genoten hebben van uw kerstzang en zeggen u daarvoor veel dank. Maar ook doen zij mij vragen waarom er dit jaar geen kerstzang was, waarom de kerstzang ditmaal is uitgebleven"
En de gestalte besloot haar kortstondige aardse optreden met de mededeling "Op een dag, alleen bekend bij de Alwetende, zal de Kerstzang herleven en wel op het kruispunt van drie wijken".
Bij het woord kruispunt sloeg Maria - want zij was het - een kruis en ze loste aansluitend op in het niets, Pastoor en Kapelaan in verbijstering achterlatend.
U weet allen hoe het verder ging. In 2010 - na vijftig jaar - een halve eeuw - is het Kerstzingen hervat op dit punt, het kruispunt van de drie wijken. Het wonder van de Heilig Hartkerk vertelt ons dat onze ongepolijste zang onze harten verwarmt, onze saamhorigheid versterkt en dat ons Kerstzingen daardoor doordringt tot de Allerhoogste.
Dit is een waar gebeurd verhaal.
En ik kan het weten,
Want die jonge Kapelaan, dat was ik…….
Diversen
HET NOG ONBEKENDE DEELTJE
Wanneer ik het voor het eerst merkte, vraagt u? Welnu, dat was toen Elize haar bekertje melk omstootte. Ze boog zich over de rand van de kinderstoel en nam het gevallen flesje peinzend en langdurig in ogenschouw. Het was de blik van Isaac Newton (1642-1727), die tijdens een pestepidemie even niet studeren kon en in moeders boomgaard – op z'n rug liggend – de beroemde appel zag neerploffen, die bij de toen 24-jarige Isaac het kwartje deed vallen. Hij concludeerde dat de aantrekkingskracht van de aarde de maan in z'n baan gevangen houdt. Newton was een leuke creatieve man, die onder andere poppenmeubels voor meisjes ontwierp. Hij concludeerde later ook dat – indien de som van de uitgeoefende krachten gelijk is aan nul – een voorwerp volhardt in zijn beweging. Staande in een rijdende bus hebben wij daarom de neiging om te vallen, zodra deze remt.
Dit en meer zag ik als opa omgaan in het hoofd van kleindochter Elize, starend naar haar gevallen beker. Maar zeker was ik natuurlijk nog niet van haar extreme talent. Daarom besloot ik tijdens een oppasdag de relativiteitstheorie van Einstein (1879-1955) bij haar te introduceren. Albert leerde zichzelf op z'n twaalfde de Eucledische Geografie en waarom zou mijn Elize voor hem onder doen. Massa is energie en energie is massa, oreerde ik geleerd. Ze keek me aandachtig aan. En om het niet al te ingewikkeld te maken doceerde ik dat de relatie tussen beiden uitgedrukt kan worden in de formule E=mc. Hierop wierp Elize beide armpjes in de lucht. Praten kan ze nog niet, maar ze gaf met dat gebaar even duidelijk te kennen dat de formule luidt: E=mc-kwadraat . Ik stond perplex.
Teneinde iedere twijfel uit te sluiten dan ook maar meteen een stukje atoomtheorie er achteraan. En ik vertelde haar over de CERN in Geneve en over de 27 km lange buis aldaar, 175 meter onder het oppervlak. Immense magneten doen opgejaagde deeltjes op elkaar botsen, waarna topgeleerden uit tachtig landen tot vergaande inzichten komen. Ook nu hield ik het kort en besloot met de vraag: 'En hoe denk je dat het onbekende deeltje heet dat ze met die CERN op het spoor zijn gekomen?'
Nog voordat ik het antwoord zelf kon invullen produceerde Elize een luide 'HICK', gevolgd door een kleine golf oervloeistof in de vorm van gekolfde moedermelk. Ik stond als aan de grond genageld. Het Higgs-deeltje, mijn kleindochter van zes maanden wist er al van!
In de CERN zijn ze inmiddels doende een tweede nog onbekend deeltje op te sporen. Een onmogelijk werk wordt het genoemd, wellicht te gecompliceerd voor de huidige generatie geleerden.
Nog even geduld heren, mijn Elize komt eraan...
27 juli 2015
DRUK ACHTER DE OGEN
Vanaf de bank zag ik hem aan komen lopen. Een blond jongetje van een jaar of tien. Bij de voordeur aarzelde hij en maakte een omkeerbeweging. Toen vermande hij zich en belde aan. Ik deed open. Zonder woorden overhandigde hij me een intekenlijst op een kartonnen ondergrond. Je kon het jongetje sponsoren. Hij ging zes kilometer hard lopen, met zes liter water op z'n rug. Een actie voor schoon drinkwater in verre morsige landen. Er stonden vier namen op de lijst, met bijbehorende bedragen. Het jongetje gaf me een balpen en meldde 'niet zes maar vier'. 'Je gaat niet zes kilometer lopen, maar vier', vroeg ik. Hij knikte en zei 'met vier liter'. 'Heel knap hoor, vier kilometer' zei ik 'en vier liter is ook best wel zwaar'. Hij lachte even, nam de ingevulde lijst ter hand en spoedde zich naar de buren.
Mijn fietsmaat was inmiddels per auto gearriveerd. We gingen crossen. Hij haalde z'n fiets uit de auto en zette die in elkaar. Het jongetje liep aan de overkant een tuinpad op, maar belde niet aan. 'Waarom bel je niet', riep ik. 'Die mevrouw is aan de telefoon', riep hij terug. Bij het volgende tuinpad liep hij naar de deur. Steels keek hij naar me. En toen hij zag dat ik hem gadesloeg, deed hij alsof hij aanbelde. En plotseling zag ik een ander verlegen blond jongetje. Een jongetje met gereformeerde ouders. Hij bezorgde iedere week de 'Goede Tijding' bij een stuk of dertig mensen. Aan het eind van het jaar was daar dan een kalender bij, met een blok teksten voor iedere dag. Voor de overhandiging daarvan diende er te worden aangebeld. 'Het kost niks, maar er is een busje bij', meldde ik dan. Hoe vaak was ik niet een tuinpad opgelopen en hoe vaak had ik niet durven aanbellen. Ik keek nu naar het jongetje aan de overkant. Ik voelde een toenemende druk achter de ogen. 'Deze meneer hier wil je ook graag sponsoren', riep ik. Het jongetje snelde toe. Ik vulde z'n lijst in. 'Hij woont ook hier', zei ik ten overvloede, voor later, als het op betalen aan kwam. Verheugd huppelde het jongetje weg, z'n werk zat erop.
Het crossen ging geweldig. Vroeg in het jaar leek ik al in topvorm. De Almachtige houdt kennelijk van verlegen jongetjes die belangeloos goede tijdingen brengen en knipoogt soms even naar ze, tijdens hun verdere levensweg...
31 maart 2015
MESSCHERPE ANALYSES
Tom Egbers en Youri Mulder in Rio...
De spelers komen de bus uit Youri en zie jij wat ik zie.
Ik zie Robin van Persie, ik zie Fer, Arjan, Verhaegh, Wesley, Memphis, Dirk...
Precies, niet eerst de basisopstelling en daarna de wissels, nee ze komen door elkaar de bus uit.
Er zijn geen belangrijke en minder belangrijke spelers, nee Youri, hier verlaat een Ploeg de bus.
Geen onderscheid meer tussen Veld en Bank, fantastisch om te zien.
Zie je ook dat Louis oog heeft voor iedereen.
Een schouderklopje, een welgekozen woord.
En dat de wissels de tassen dragen is ook verleden tijd.
Niemand draagt meer tassen, wat een eenheid, wat een kracht gaat hiervan uit.
En kijk eens goed naar het nummerbord van de bus Youri.
Ik zie niets bijzonders Tom.
De bus waar ze uitstappen is dezelfde bus als waar ze vanmorgen instapten.
Maar dat is vier uur geleden Tom, dat kan toch niet, onmogelijk.
Maar Youri, er rijden toch geen twee bussen rond met hetzelfde nummerbord.
Daar zullen ze thuis in de Studio van opkijken, de uitstapbus is dezelfde als de instapbus.
Een staaltje efficiency van de KNVB.
En je proeft hier ook de hand van Louis, geen onnodige en vermoeiende wisseling van bus.
De ploeg is nu in z'n geheel uitgestapt Tom, ook goed om te weten.
We hebben voor vanavond een aantal items Youri.
Zelfs Bob Spaak zou dit nieuws vinden,
En Mart Smeets kan tevreden zijn...
1 juli 2014
ESSENTIËLE VRAGEN
Het is heerlijk weer.
Skelters, fietsjes en steppen op het trottoir.
Hoge kinderstemmen met stoepkrijt in de weer.
De Hoogkamp verjongt in snel tempo.
Mijn buurjongetje verschijnt ten tonele.
'Hoi Dick', roept hij vanaf de overkant van de straat.
Hij is nog te jong om over te steken.
'Hoi Perrin', roep ik terug.
Perrin is pas drie en ziet mij nog als een normaal medemens.
Hij heeft nog geen vooroordelen inzake mijn leeftijd (67).
Eenmaal groot geworden zal hij mij te oud bevinden voor werk.
Of wil hij mij een ticket aansmeren voor de 50+ beurs of een reisje langs de Rijn.
Of hij gaat mijn zorgbehoefte in kaart brengen.
Of een gemakkelijke stoel verkopen en een traplift.
Nu nog niet.
Perrin ziet mij als een gelijke.
'Wat ben je aan het doen?' vraagt hij, om het gesprek gaande te houden.
Hij dringt altijd snel door tot de essentie van het moment.
'Ik ben de auto aan het wassen', antwoord ik.
En vol vrees zie ik zijn volgende vraag tegemoet.
'Waarom was je de auto?'
In een flits overzie ik mijn leven.
Als milieuactivist begonnen bij de PPR, verplaatste ik mij uitsluitend per fiets.
De auto noemde ik smalend een heilige koe.
Eenmaal in het bezit van een auto boycotte ik nog wel Shell, wegens Zuid Afrika.
Maar tot voor kort plakte ik zegeltjes en nu spaar ik airmiles bij diezelfde Shell.
En nu was ik mijn heilige koe dus ook al.
Wat een teloorgang, gelukkig dat Perrin dat allemaal niet weet.
Terug naar zijn vraag.
Een schone auto rijdt niet beter dan een vuile.
Niemand zwaait mij lof toe voor een schone auto of betoont mij zijn respect.
Het wassen van een auto is in wezen nutteloos, tenzij je niet meer door de ruiten kan kijken.
Maar in dat geval behoef je slechts de ramen te wassen.
Wat moest ik Perrin antwoorden, zonder een nog moeilijker vraag uit te lokken.
'Omdat ik te weinig geld heb voor de wasstraat bij de Shell', probeerde ik.
Perrin kon daar gelukkig mee leven.
Zelf heeft hij ook nog weinig geld.
'Dag Dick', klonk het.
'Dag Perrin', antwoordde ik opgelucht.
Pff, daar kwam ik nog voor een keer goed weg.
Een volgende keer zal hij scherper zijn en doorvragen...
10 april 2014
GOUD VOOR CANNOCK CHASE
Het was twaalf december 2013, 19.58 uur.
Plaats delict: parkeerplaats voor Albert Heijn aan de Lawick van Pabststraat.
Delict: "Parkeren bij een parkeerautomaat zonder aanbrengen kaart op voorgeschreven wijze".
Even een pak melk halen, ach dat is toch in een ommezien geklaard.
Daar hoef je de auto toch niet voor in de parkeergarage te zetten.
Pikkedonker en geen parkeerwacht te zien.
In twee minuten was het gepiept.
Zo'n wit strookje zie je al van afstand onder de ruitenwisser zitten.
Die parkeerbelasting van 1,60 valt nog mee, maar au, ook een naheffingsaanslag van €. 56,--.
Nou, dat was dus een foute parkeerbeslissing en een duur pak melk.
Maar wat een adequaat overheidsingrijpen, snel en efficiënt.
Lik op stuk, zero-tolerance, net wat we willen als bewoners van onze prachtige wijk.
Goud voor deze opsporingsambtenaar.
Auto benaderen, delict constateren, bonnetje uitdraaien, achter de ruitenwisser ermee en weg wezen ... en dat alles in twee minuten.
Dan wordt het 18 februari 2014.
Ruim twee maanden zijn verstreken.
Zijn ze het vergeten?
Maar daar valt de brief dan toch nog op de mat.
Cannock Chase??? ... Een bedelbrief voor een onbekend goed doel?
"Cannock Chase Public verricht voor Gemeente Arnhem het volledige invorderingstraject van het betaald parkeren", zo vangt de bedelbrief aan.
De 57,60 euro kan op diverse manieren worden betaald, soepel dus.
Maar vermeld wél altijd het betalingskenmerk: BALEN stom stom stom.
22 februari 2014
EEN NIEUW JAAR
Mooie wolken
Wind door je haar
Een neuriënd kind
met een rugzak
op weg naar school
Een kwispelende hond
Een knisperende fietsband
op een schelpenpad
Koffie op een terras
Bezorgd zijn
en weer opgelucht
Hardlopen
en het gevoel erna
Een slicebal die lukt
Krijsende zwaluwen
hoog in de lucht
Zomerse hitte
Ruisen van regen op het dak
De geuren na een onweer
Heet asfalt in de verte
alsof er water op ligt
In een luie stoel
voor de zojuist opgezette tent
Een koel pilsje
na een warme dag
Zoals de zon soms ondergaat
Herfstkleuren in het bos
Spinrag met dauw
Lange schaduwen in de herfst
Gloeiend hout in de kachel
Door en door nat
en dan droge kleren aan
Bergen met de eerste sneeuw
Het werk dat gedaan is
de klus geklaard
op weg zijn naar huis
Het kneepje in je hand
en zoals je dan kijkt...
17 januari 2014
JOUW GEUR IN MIJN LAKENS
De wijken van de Penseelstreek zijn gezegend met een eigen enerverend crossparcours.
Bij de kruising Amsterdamseweg / Schelmseweg schiet je met je mountainbike de bossen
van Warnsborn in, waarna je de paaltjes volgt met het driehoekje en de twee bolletjes. Je
passeert de boerderij van Jan van Loenen en Camping Arnhem, om na een tijdje bij Papendal
uit te komen. Het nogal modderige crossparcours van Papendal brengt je dan langs de noordkant
van de spoorlijn naar Mariëndaal en vandaar naar huis. Dat is twintig kilometer in ongeveer een uur.
Leuker is het om het terrein van Papendal te verlaten en via de duiker onder het spoor koers te
zetten naar Wolfheze en Heelsum. De Italiaanse Weg na Kasteel Doorwerth is in dat geval een pittig
intermezzo. Via Heveadorp en de Bilderberg cross je naar Papendal terug en via de duiker kom je
weer op het eerste parcours. De twee rondes hebben de vorm van een acht en tellen samen veertig
kilometer. Trek er twee uur voor uit. Ik ben aan die grote ronde verslaafd geraakt en niet zo'n
beetje ook.
Pink Floyd, Marco Borsato en Frank Boeijen vergezellen mij daarbij. En dan wil ik nogal eens luid
meezingen, met name als ik mij onbespied waan, zoals je dat ook doet in bad of onder de douche.
Neem bijvoorbeeld "Hier komt de storm" van Frank Boeijen. Het lied begint nogal gezapig: "Het was
windstil op een zondag toen ik besloot later vrij te zijn". Maar allengs wordt het heftiger: "Waar blijft
de storm, waar blijft de bliksem, het vuur gloeit onder de vulkaan". Om dan te besluiten met de mijns
inziens meest hartstochtelijke versregels van het vaderlandse repertoire: "Ik wil jouw geur in mijn
lakens, ik wil jouw gezicht in mijn spiegel, ik wil jouw hand op mijn lichaam, ik wil jouw gefluister in
mijn oren, ik wil jouw hart op mijn tong".
Tot mijn vaste zangrepertoire behoort ook "De Verzoening" van Frank Boeijen, met de prachtige
strofen "of was het die hyena die jakhals die wacht tot ik neerval en waarvan ik dacht dat het
een vriend was". Op de Heelsumse heide – het eenzaamste gedeelte van de crossronde – veroorloof
ik mij zelfs de ontroerende verzen "Bemin mij, streel mij, heel mij, heb me lief".
Maar wie is er in Nederland onbespied, wanneer ben je nog écht alleen. Want ik lees ze wel, die
kleine annonces in de Gelderlander, met teksten als "Half augustus, Italiaanse weg, oude grijze
man op crossfiets, voor mij een jonge God, ik wil mijn geur in jouw lakens, ik wil mijn gezicht in jouw
spiegel, meld je alsjeblieft".
Ach, een heel nieuw – minstens zo enerverend – parcours ligt dan voor je. Een heel andere tak van
sport. Ik denk er wel over na, maar voorlopig hou ik het toch maar bij de crossfiets...
11 november 2013
DE VONK VAN DE INSPIRATIE
De beeldend kunstenaar had bewust gekozen voor de Van Heemstralaan. Natuurlijk kun je
de Hoogkamp ook bereiken via cols als de Heyenoordseweg, Schelmseweg, Kemperbergerweg
en Lawick van Pabststraat, maar de Van Heemstralaan is de zwaarste van allemaal. Een
eerlijke bult ook, gewoon een kilometer flink doortrappen. Per meter stijg je vier centimeter.
Onderaan behoorlijk steil, in het midden zwakt zij wat af, om dan tenslotte zeer steil te
eindigen.
Zich het zweet van het gelaat wissend bedacht Jan van Echteld welk een geweldig feminien
statement hier was gemaakt, immers een heuvel is qua vormgeving ultiem vrouwelijk. De
Venusheuvel is de meest beklommen berg ter wereld.
Jan was een tevreden mens, immers de wethouder van kunst had hem zojuist een prachtige
en eervolle opdracht verleend. Al pedalerend bedacht Jan hoe eervol die opdracht eigenlijk wel
niet was. Een monumentaal beeld voor drie wijken uit de topdrie van Arnhem. Want over
topwijken hebben we het hier, immers wie zou niet een 'Gulden Bodem' prefereren boven een
vloer van leem en pottenbakkersklei. De fonkelende ster van de 'Sterrenberg' spreekt zoveel
meer tot de verbeelding dan een dorre uitgebluste planeet. En valt de hoge ligging van
'de Hoogkamp' niet verre te verkiezen boven een positie onder de waterspiegel, met alle
bedreigingen van dien?
Bovenaan de Heemstralaan realiseerde Jan zich ook in welk eminent artistiek gezelschap hij nu
kwam te verkeren. Het 'Broodrooster ' van de IJslander Sigurdur Gudmunsson in het Gravinnebos,
een beeld waarvoor zelfs het schitterende 'Jachthuis' was gesloopt. En het monumentale 'Teken'
van Wessel Couzijn op de hoek Schelmseweg/Amsterdamseweg.
Overweldigd door zijn gedachten vervolgde Jan zijn beklimming op de Bakenbergseweg, richting
TRIX. In de geest en traditie werkend van deze kunstgiganten moest zijn beeld iets groots en
abstracts worden, uitgevoerd in steen en metaal. Ter hoogte van de afslag Mesdaglaan was
daar dan ook ineens de vonk van de inspiratie, de bliksemflits waarin alles bij elkaar komt en
het hele universum voor een ogenblik ineen vloeit. Als in een visioen zag Jan dat het gigantische
vrouwelijke statement van de zojuist beklommen heuvel op de top een krachtig masculien gebaar
vereist. En dan niet te krap alstublieft.
Uitpuffend op het terras van TRIX schetste hij alvast de eerste aanzetten. Drie bevoorrechte
wijken, verenigd in één wijkvereniging, opgeteld is dat vier. Het papieren servet verraste de
wereld met vier fors uitgevallen gebeeldhouwde sculpturen, met speelse metalen accenten. De
locatie van het kunstwerk kon niet anders dan samenvallen met die van de creatieve vonk. Daar
zou dan wel een Wadi voor moeten wijken, maar de top van een berg leek toch al niet zo'n
logische plek voor een wateropvangbekken.
Jan van Echteld rekende af, vouwde het servet op en stak het zorgvuldig weg.
De terugweg naar de stad is zoveel lichter dan de heenweg. Freewheelend keek Jan ter hoogte
van de Mesdaglaan nog even naar rechts en glimlachte. Die bomen ging hij natuurlijk behouden,
meer nog, hij ging ze integreren...
geplaatst 3 augustus 2013
SPROKKELEN
In de late herfst, de winter en het vroege voorjaar duikt hij op in de talloze groenstroken van de Hoogkamp: de sprokkelaar. Vooral bij zonnig weer en als het flink gewaaid heeft. Hij speurt naar takjes, breekt die op maat en werpt ze in een kartonnen doos. 'Mooi droog sprik' horen voorbijgangers hem mompelen. Volgens de Dikke van Dale betekent dat 'dun takje', 'rijsje', 'sprokkelhout'. En wij maar denken dat het sprokkelen was uitgestorven. Iets uit de crisisjaren van de vorige eeuw en uit de boeken van Charles Dickens.
Hij gaat gehuld in een bruine duffelse jas, met bontachtige kraag. Een jas die betere tijden heeft gekend. Ik schat hem op een jaar of zeventig. Grijs haar, niet onvriendelijk ook. Desgevraagd maakt hij melding van verdampte spaargelden bij Ice Safe, DSB, SNS en de Laikibank. Weliswaar goed gespreid, maar geen gelukkige hand van sparen dus.
'De schoorsteen moet roken', voegt hij er veelbetekenend aan toe. Op de kartonnen doos staat 'Baxter Infusiesystemen'. Wellicht gaat het dus om een chirurg in ruste. 'Zuster, geeft u mij het scalpel even aan.' Nu reiken die handen naar het sprik, maar ooit hebben ze wellicht honderden mensen het leven gered. Is deze zonderlinge man aan lager wal geraakt? In ieder geval woont hij hier nog wel ergens. Maar na hem een paar keer zo onopvallend mogelijk gevolgd te hebben, loste hij plotseling op in ons stratenplan. Ik vernam van een buurtbewoonster dat zij hem eens een boterham met bruine suiker heeft aangeboden, die hij met smaak verorberde. Intrigerend, zo iemand.
Hij schijnt ook afvalcontainers te frequenteren met een voorkeur voor ongeverfd hout. Zo gaat hij nogal eens gebukt onder een zwaar houten pallet. Een zonderling, zelfredzaam en met een grote overlevingsdrang. Een soort Walter de Rochebrune, voormalig mijnbouwkundig ingenieur, die na het sluiten van de Limburgse mijnen, geheel selfsupporting, leeft in het oude tuinhuis van zijn moeder, met wie hij overigens in onmin leeft...
20 april 2013
LENTE
De vogels zijn blij dat ze het weer gered hebben.
Ze kwinkeleren dat het een lieve lust is.
Duidelijk ook al met gezinsvorming bezig.
Weldra zullen ze de eerste takjes bijeen gaan scharrelen.
De knoppen zwellen.
Een schitterende bloesempracht kondigt zich aan.
De zon begint zich te roeren.
Het specifieke lentelicht in miljoenen sneeuwkristallen.
De terrasjes lopen vol.
Ook de mensen zijn opgewekt.
De laatste restjes sneeuw verdwijnen nu snel.
Voor mij is dat altijd het mooiste moment.
Als de dooi invalt en de eerste lenteboden hun kopjes boven de sneeuw uitsteken.
Ik let altijd extra op de wegbermen.
Door opspattend zilt water beleeft de lente daar een soort voorpremière.
De felrode Colablikjes tonen zich als eerste, al snel gevolgd door het intens groene Heineken.
Het staalblauw van Bavaria.
En kijk daar eens, het zeldzame Bordeauxrood van Cola Cherry.
Aansluitend breekt de tijd van de plastic flesjes aan.
Het prachtige vage blauw van Spa, soms nog voorzien van de helderblauwe dop.
De veel dunnere Red Bull blikjes komen natuurlijk nog weer later.
De sneeuw is dan al bijna weg.
Hé, een grote Mac Donalds beker, bij wijze van dwaalgast.
En witte plastic bekertjes natuurlijk, overal opduikend in het struweel.
Als laatste de felgekleurde sigarettendoosjes van Marlboro en Consorten.
De waarschuwende teksten lichten op in de lentezon.
Let u ook eens op de lentepracht in de wegberm.
Diep van binnen word je er helemaal vrolijk van...
20 maart 2013
WIJKDICHTER
Sinds januari 2000 is er sprake van een Dichter des Vaderlands.
Gerrit Komrij was de eerste.
Daarna volgden Driek van Wissen en Ramsey Nasr.
Momenteel valt Anne Vegter die eer te beurt.
Hun gedichten zijn vaak moeilijk te doorgronden.
Voor nationale dichters is dat natuurlijk ook een Conditio sine qua non.
De officieuze Stadsdichter van Arnhem heet Jesse Laport.
Hij staat dichter bij de burger en dus roepen sommige strofen al een begin van herkenning op.
De Wijkdichter is een nog onbekend fenomeen.
Laat de Penseelstreek daar nu eens landelijk mee debuteren.
Bij deze stel ik de vacature open. Wijkdichter Sterrenberg / Gulden Bodem / Hoogkamp.
De poëzie van de wijkdichter is begrijpelijk en toegankelijk.
Maar natuurlijk ook weer geen simpele rijmelarij.
Daar hebben we de Wijksinterklaas voor.
Het dichterschap is een roeping.
Solliciteren is dus niet aan de orde.
Een ieder zende zijn en haar gedichten in via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..
Die worden dan beoordeeld en gevat in een Longlist en een Shortlist.
De wijkdichter wordt uitverkoren en geroepen.
En dan als voorbeeld en stimulans ook maar meteen de eerste inzending.
WIELERGELUK
Toen ik als kind
op de radio
hoorde
van de mannen
van de fietsen
van de cols
wilde ik dat ook
En toen ik later
veel later
al in de veertig
met zoon
diezelfde cols besteeg
huilde ik
onstuitbaar
tranen met tuiten
Ik was weer kind
Geluk
kan vaak
zo tastbaar zijn
28 februari 2013